De r
apporteur is het in grove lijnen eens met het standpunt van de rapporteur van de ten
principale bevoegde commissie, volgens welk het recht van het Europees Parlement om de
geloofsbrieven van zijn leden te onderzoeken, als bepaald in artikel 12 van de Akte van 20 september 1976 (en opeenvolgende wijzigingen), ook in zijn Reglement moet worden vastgelegd om te garanderen dat het Parlement op ieder moment in z
...[+++]ijn legale samenstelling opereert.
Der Verfasser stimmt dem vom Berichterstatter des federführenden Ausschusses gewählten Ansatz im Grundsatz zu; denn er geht davon aus, dass das Recht des Europäischen Parlaments, die Mandate seiner Mitglieder zu prüfen, wie es in Artikel 12 des Akts vom 20. September 1976 (und nachfolgenden Änderungen) verankert ist, eine angemessene Entsprechung in der Geschäftsordnung des Europäischen Parlaments finden sollte, damit jederzeit gewährleistet ist, dass das Parlament in seiner rechtmäßigen Zusammensetzung tätig ist.