Het Europees Parlement heeft in zijn resolutie van 5 februari 2002 (8) over de tenuitvoerlegging van de financiële-dienstenwetgeving de wens uitgesproken dat het Parlement en de Raad in gelijke mate worden betrokken bij het toezicht op de wijze waarop de Commissie zich van haar uitvoerende bevoegdheden kwijt, teneinde de wetgevingsbevoegdheden van het Parlement uit hoofde van artikel 251 van het Verdrag tot gelding te laten komen.
In seiner Entschließung vom 5. Februar 2002 zu der Umsetzung der Rechtsvorschriften im Bereich der Finanzdienstleistungen (8) forderte das Europäische Parlament, dass das Europäische Parlament und der Rat eine gleichberechtigte Rolle bei der Überwachung der Art und Weise haben sollten, wie die Kommission ihre Exekutivfunktion ausübt, um die legislativen Befugnisse des Europäischen Parlaments gemäß Artikel 251 des Vertrags widerzuspiegeln.