Bij gebrek aan definitief bewijs voor de overlevingskansen van deze soorten mag de vrijstelling die krachtens artikel 15, lid 4, onder b), van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op grond van overlevingskansen kan worden toegestaan, volgens de Commissie slecht voor één jaar in de onderhavige verordening worden opgenomen.
Da keine schlüssigen Beweise für die Überlebensraten dieser Arten vorliegen, ist die Kommission der Auffassung, dass die Ausnahme aufgrund hoher Überlebensraten nach Artikel 15 Absatz 4 Buchstabe b der Verordnung (EU) Nr. 1380/2013 lediglich für ein Jahr in die vorliegende Verordnung aufgenommen werden sollte.