Traduction de «commissie voorgestelde ontwerpbegroting » (Néerlandais → Allemand) :

1. is ernstig verontrust over de aanzienlijke verlagingen door de Raad van de bedragen op de ontwerpbegroting 2015 van de Commissie, met name op belangrijke strategische terreinen als innovatie, met inbegrip van innovatie op sociaal terrein, onderzoek, ruimtevaart, infrastructuur, kmo's en energie, met name energiezekerheid, waarvoor aanzienlijke investeringen nodig zijn in energie-infrastructuur, energie-efficiëntie, interconnectie en productie van hernieuwbare energie; is er ten stelligste van overtuigd dat, willen wij ervoor zorgen dat wij de economische crisis zo snel mogelijk achter ons laten, er geen bezuinigingen moeten doorgevoerd, maar dat er juist een ruime en ambitieuze verhoging van de bedragen ten opzichte van de door de Commissie voorgestelde ontwerpbegroting nodig is; is van mening dat de voorgestelde verlagingen negatieve gevolgen kunnen hebben voor het concurrentievermogen en de groei in de EU;
1. hält die vom Rat gegenüber dem Haushaltsplanentwurf 2015 der Kommission vorgeschlagenen erheblichen Kürzungen für sehr besorgniserregend, insbesondere in so wesentlichen Bereichen wie Innovation, auch in sozialer Hinsicht, Forschung, Raumfahrt, Infrastrukturen, KMU und Energie, vor allem Energieversorgungssicherheit, die umfangreiche Investitionen in Energieinfrastrukturen, Energieeffizienz, Verbundnetze und die Produktion erneuerbarer Energien erfordert; ist überzeugt, dass es, um die Wirtschaftskrise so rasch wie möglich zu überwinden, an der Zeit ist, statt Mittelkürzungen eine umfangreiche und mutige Mittelerhöhung über den von der Kommission vorgeschlagenen Haushaltsplanentwurf hinaus vorzunehmen; vertritt die Auffassung, dass die vorgeschlagenen Kürzungen Wettbewerbsfähigkeit und Wachstum in der EU beeinträchtigen könnten;

5. merkt op dat de door de Commissie voorgestelde ontwerpbegroting (OB) voor 2015 (met inbegrip van bijzondere instrumenten) 145 599,3 miljoen EUR aan vastleggingskredieten (VK) en 142 137,3 miljoen EUR aan betalingskredieten (BK) omvat; benadrukt dat het totale niveau van de betalingskredieten in de OB een gematigde verhoging van 1,4% inhoudt ten opzichte van de begroting 2014 (rekening houdend met GB 1 en OGB 2-4/2014), en nog altijd 2 miljard EUR lager is dan de ten uitvoer gelegde begroting 2013; wijst erop dat de Commissie heeft voorgesteld om in de OB een totale marge van 1 478,9 miljoen EUR aan vastleggingskredieten onder het maximum aan te houden;
5. stellt fest, dass der von der Kommission vorgeschlagene Entwurf des Haushaltsplans 2015 (einschließlich der besonderen Instrumente) Mittel für Verpflichtungen (MfV) im Umfang von 145 599,3 Mio. EUR und Mittel für Zahlungen (MfZ) im Umfang von 142 137,3 Mio. EUR umfasst; betont, dass das Gesamtvolumen der im Entwurf des Haushaltsplans veranschlagten Mittel für Zahlungen (unter Berücksichtigung des Berichtigungshaushaltsplans 1 und der Entwürfe der Berichtigungshaushaltspläne 2–4/2014) eine moderate Aufstockung um 1,4 % gegenüber dem Haushaltsplan 2014 darstellt und immer noch um 2 Mrd. EUR geringer ausfällt als im ausgeführten Haushalt 2013; nimmt zur Kenntnis, dass die Kommission in ihrem Entwurf des Haushaltsplans vorschlägt, die Obergrenzen bei den Mitteln für Verpflichtungen nicht auszuschöpfen und einen Gesamtspielraum von 1 478,9 Mio. vorzusehen;

Indien de begroting aan het begin van 2013 niet is vastgesteld, kunnen de uitgaven overeenkomstig artikel 315 van het VWEU maandelijks per hoofdstuk worden verricht, met een maximum van een twaalfde van de in hetzelfde hoofdstuk van de begroting van 2012 of van de door de Commissie voorgestelde ontwerpbegroting geopende kredieten, afhankelijk van welk bedrag het laagst is.
Sollte der Haushaltsplan zu Beginn des Jahres 2013 noch nicht endgültig erlassen sein, so können gemäß Artikel 315 AEUV monatliche Ausgaben bis zur Höhe eines Zwölftels der für 2012 im betref­fenden Kapitel des Haushaltsplans oder des von der Kommission vorgeschlagenen Haushalts­planentwurfs eingesetzten Mittel vorgenommen werden, wobei jeweils der niedrigere Betrag heran­gezogen wird.

Indien de begroting aan het begin van 2013 niet is vastgesteld, kunnen de uitgaven overeenkomstig artikel 315 van het Verdrag betreffende de werking van de EU maandelijks per hoofdstuk worden verricht, met een maximum van een twaalfde van de in hetzelfde hoofdstuk van de begroting van 2012 geopende kredieten of van de door de Commissie voorgestelde ontwerpbegroting, afhankelijk van welk bedrag het laagst is.
Sollte der Haushaltsplan zu Beginn des Jahres 2013 noch nicht endgültig erlassen sein, so können gemäß Artikel 315 des Vertrags über die Arbeitsweise der EU monatliche Ausgaben bis zur Höhe eines Zwölftels der für 2012 im betreffenden Kapitel des Haushaltsplans oder des von der Kom­mission vorgeschlagenen Haushaltsplanentwurfs eingesetzten Mittel vorgenommen werden, wobei jeweils der niedrigere Betrag herangezogen wird.

5. merkt op dat de door de Commissie voorgestelde ontwerpbegroting van de EU voor 2013 150 931,7 miljoen EUR aan vastleggingskredieten (VK) bedraagt (d.w.z. +2% in vergelijking met de begroting 2012) en 137 924,4 miljoen EUR aan betalingskredieten (BK) (d.w.z. +6,8% in vergelijking met de begroting 2012); stelt vast dat deze bedragen respectievelijk 1,13% en 1,03% van het voorziene BNI van de EU voor 2013 vertegenwoordigen; herinnert eraan dat het meerjarig financieel kader (MFK) voorziet in plafonds van 152 502 miljoen EUR aan VK en 143 911 miljoen EUR aan BK, in lopende prijzen; wijst op de aanhoudende verschillen tussen de vastleggings- en de betalingskredieten die tot een verdere groei van de openstaande verplichtingen (RAL) leiden zullen;
5. merkt an, dass sich der seitens der Kommission vorgelegte Entwurf des EU-Haushaltsplans für das Jahr 2013 auf 150 931,7 Millionen EUR an Verpflichtungsermächtigungen (VE) (d. h. +2 % im Vergleich zum Haushaltsplan 2012) sowie auf 137 924,4 Millionen EUR an Zahlungsermächtigungen (ZE) beläuft (d. h. +6,8 % im Vergleich zum Haushaltsplan 2012); stellt fest, dass diese Beträge 1,13 % bzw. 1,03 % des für das Jahr 2013 prognostizierten BNE der EU ausmachen; ruft noch einmal ins Gedächtnis, dass gemäß dem mehrjährigen Finanzrahmen (MFR) zu den jeweiligen Preisen 152 502 Millionen EUR für VE und 143 911 Millionen EUR für ZE vorgesehen wurden; stellt die laufende Diskrepanz zwischen den Niveaus bei Verpflichtungs- und Zahlungsermächtigungen fest, die zu einer weiteren Erhöhung der „Altlasten“ führen wird;

1. betreurt dat de door de Commissie voorgestelde ontwerpbegroting, ondanks de groeiende ambities van de EU met betrekking tot de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid en het huidige meerjarig financieel kader, slechts een geringe stijging van de vastleggingskredieten voor subrubriek 3a laat zien ten opzichte van 2012;
1. bedauert die Tatsache, dass der von der Kommission vorgeschlagene Haushaltsentwurf in Teilrubrik 3a im Vergleich zu 2012 ungeachtet der zunehmenden ehrgeizigen Ziele der EU in Bezug auf den Raum der Freiheit, der Sicherheit und des Rechts und des gegenwärtigen mehrjährigen Finanzrahmens lediglich eine geringfügige Aufstockung bei den Verpflichtungsermächtigungen aufweist;

6. merkt op dat de door de Commissie voorgestelde ontwerpbegroting van de EU voor 2013 150 931,7 miljoen EUR aan vastleggingskredieten (VK) bedraagt (d.w.z. +2% in vergelijking met de begroting 2012) en 137 924,4 miljoen EUR aan betalingskredieten (BK) (d.w.z. +6,8% in vergelijking met de begroting 2012); stelt vast dat deze bedragen respectievelijk 1,13% en 1,03% van het voorziene BNI van de EU voor 2013 vertegenwoordigen; herinnert eraan dat het meerjarig financieel kader (MFK) voorziet in plafonds van 152 502 miljoen EUR aan VK en 143 911 miljoen EUR aan BK, in lopende prijzen; wijst op de aanhoudende verschillen tussen de vastleggings- en de betalingskredieten die tot een verdere groei van de openstaande verplichtingen (RAL) leiden zullen;
6. merkt an, dass sich der seitens der Kommission vorgelegte Entwurf des EU-Haushaltsplans für das Jahr 2013 auf 150 931,7 Millionen EUR an Verpflichtungsermächtigungen (VE) (d. h. +2 % im Vergleich zum Haushaltsplan 2012) sowie auf 137 924,4 Millionen EUR an Zahlungsermächtigungen (ZE) beläuft (d. h. +6,8 % im Vergleich zum Haushaltsplan 2012); stellt fest, dass diese Beträge 1,13 % bzw. 1,03 % des für das Jahr 2013 prognostizierten BNE der EU ausmachen; ruft noch einmal ins Gedächtnis, dass gemäß dem mehrjährigen Finanzrahmen (MFR) zu den jeweiligen Preisen 152 502 Millionen EUR für VE und 143 911 Millionen EUR für ZE vorgesehen wurden; stellt die laufende Diskrepanz zwischen den Niveaus bei Verpflichtungs- und Zahlungsermächtigungen fest, die zu einer weiteren Erhöhung der „Altlasten“ führen wird;

Brussel, 25 april 2012 – De vandaag door de Commissie voorgestelde EU‑ontwerpbegroting voor 2013 geeft invulling aan de verklaringen van de Europese Raad dat groei en werkgelegenheid in de EU alleen tot stand kunnen komen door een combinatie van begrotingsdiscipline en investeringen in toekomstige groei.
Brüssel, 25. April 2012 – Mit ihrem heute vorgelegten Entwurf des EU-Haushalts 2013 knüpft die Kommission an die wiederholten Erklärungen des Europäischen Rates an, denen zufolge Wachstum und Arbeitsplätze in der EU nur möglich sind, wenn Haushaltskonsolidierung und Investition in künftiges Wachstum miteinander kombiniert werden.

Rekening houdend met de huidige begrotingsinspanningen in de lidstaten, nemen de Raad en het Europees Parlement kennis van het niveau dat de Commissie voor de betalingskredieten 2013 heeft voorgesteld, en besluiten zij het niveau van de betalingskredieten voor 2013 te verlagen ten opzichte van de ontwerpbegroting van de Commissie.
Unter Berücksichtigung der in den Mitgliedstaaten derzeit unternommenen Anstrengungen zur Haushaltskonsolidierung einigen sich das Europäische Parlament und der Rat unter Kenntnisnahme der von der Kommission für 2013 vorgeschlagenen Höhe der Zahlungen auf eine Verringerung der Höhe der Mittel für Zahlungen für 2013 gegenüber dem Haushaltsplanentwurf der Kommission.

De goedkeuringsprocedure bestaat uit vier fasen: in de eerste fase heeft de Commissie op 27 april de ontwerpbegroting voorgesteld en om een verhoging met 5,9% gevraagd; de tweede fase omvatte de reactie van de Raad (op 12 augustus; voorstel voor een toename met 2,9%); de derde fase bestond uit de reactie van het Parlement (op 20 oktober; voorstel voor een toename met 6%); de vierde fase was een bemiddelingsprocedure van 21 dagen tussen beide instellingen om een compromis te bereiken (het bemiddelingscomité heeft gewerkt van 26 oktober tot 15 november).
Das Annahmeverfahren ist in vier Stufen unterteilt: zuerst legt die Kommission einen Haushaltsplan im Entwurf vor. Das geschah am 27. April, als die Kommission einen Haushalt vorlegte, in dem ein Mittelzuwachs von 5,9 % vorgesehen war. Anschließend legt der Rat einen Standpunkt fest (am 12. August forderte der Rat, das Ausgabenwachstum auf 2,9 % zu begrenzen). Dann nimmt das Parlament Stellung (am 20. August forderte das Parlament, die Haushaltsmittel gegenüber dem Vorjahr um 6% zu erhöhen). Schließlich haben die beiden Organe 21 Tage Zeit, einen Kompromiss zu finden (der Vermittlungsausschuss tagte vom 26. Oktober bis zum 15. November).