38. benadrukt de noodzaak van het versterken van de doelmatigheid van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en neemt nota van het voornemen van de Commissie om begin 2009 een werkdocument te presenteren inzake de verduidelijking van het juridisch kader voor de missie van OLAF; herhaalt zijn oproep aan de Raad om een tijdschema te presenteren voor de onderhandelingen met het Parlement over de voorstellen van de Commissie over Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) ;
38. unterstreicht die Notwendigkeit, die Effizienz des Europäischen Amtes für Betrugsbekämpfung (OLAF) zu stärken, und nimmt die Absicht der Kommission zur Kenntnis, Anfang 2009 ein Arbeitsdokument über eine klare Festlegung des rechtlichen Rahmens für die Aufgaben von OLAF zu unterbreiten; wiederholt seine Forderung an den Rat, im Zusammenhang mit den Vorschlägen der Kommission zur Verordnung (EG) Nr. 1073/1999 des Europäischen Parlaments und des Rates vom 25. Mai 1999 über die Untersuchungen des Europäischen Amtes für Betrugsbekämpfung (OLAF) einen Zeitplan für die Verhandlungen mit dem Parlament vorzulegen;