Op communautair niveau heeft Verordening (EEG) 345/92 van januari 1992 (houdende elfde wijziging van Verordening (EEG) nr. 3094/86 houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden) een tijdelijke afwijking ingevoerd, die van toepassing was tot 31 december 1993, om een beperkt aantal schepen (inzonderheid de schepen die dit type netten gebruikten voor de visserij op witte tonijn in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan gedurende minstens twee jaar voor de inwerkingtreding van de onderzochte verordening) in staat te stellen netten te gebruiken met een maximale lengte van 5 km om deze soort te vangen (de toegestane maximumlengte voor de rest van de communautaire vloot was 2,5 km).
Auf Gemeinschaftsebene wurde durch die Verordnung (EWG) Nr. 345/92 vom Januar 1992 (zur elften Änderung der Verordnung (EWG) Nr. 3094/86 über technische Maßnahmen zur Erhaltung der Fischbestände) eine befristete, bis zum 31. Dezember 1993 geltende Ausnahmeregelung eingeführt, durch die es einer begrenzten Anzahl von Schiffen (und zwar den Schiffen, die mindestens während der zwei Jahre vor Inkrafttreten der Verordnung den Fang von Weißem Thun mit Treibnetzen im Nordostatlantik betrieben haben) gestattet wurde, für den Fang dieser Art Treibnetze mit einer Gesamtlänge von bis zu 5 km zu verwenden (wobei die zulässige Gesamtlänge für die anderen Schiffe der Gemeinschaftsflotte bei 2,5 km lag).