18. merkt evenals de Commissie op dat er voor een verhoging van de complementariteit voldoende politieke wil en operationele middelen vereist zijn; is verheugd dat deze politieke wil in de Unie in de afgelopen periode over het algemeen is versterkt, ondanks de terughoudendheid van sommige lidstaten, maar eist dat de versterking van de politieke wil resulteert in concrete acties;
18. weist ebenso wie die Kommission darauf hin, dass für Fortschritte auf dem Gebiet der Komplementarität einerseits ein ausreichender politischer Wille und andererseits operationelle Mittel erforderlich sind; begrüßt zwar, dass in der letzten Zeit ein solcher politischer Wille trotz der Vorbehalte einiger Mitgliedstaaten in verstärktem Maße auf Unionsebene generell erkennbar war, fordert jedoch, dass dieser verstärkte politische Wille in konkrete Maßnahmen umgesetzt wird;
