5. constateert dat winstgerichtheid steeds bepalender wordt voor de ontwikkeling van het mediastelsel en dat maatschappelijke, politieke en economische processen en de waarden die worden uitgedrukt in gedragscodes voor journalisten daardoor onvoldoende gewaarborgd worden; is daarom van mening dat mededingingswetten en mediawetgeving met elkaar verbonden moeten worden, om toegang, mededinging en kwaliteit te waarborgen en om te vermijden dat belangenconflicten
ontstaan tussen de concentratie van media-eigendom en politieke macht, wat immers nadelige gevolgen zou hebben voor de vrije mededinging, gelijke mededingingsvoorwaarden en plurali
...[+++]sme;
5. verweist darauf, dass die Entwicklung des Mediensystems zunehmend durch Gewinnstreben motiviert ist und daher gesellschaftliche, politische oder ökonomische Prozesse bzw. in den Verhaltenskodizes der Journalisten verankerte Werte nicht in gebührendem Maße gewahrt werden; ist deshalb der Ansicht, dass das Wettbewerbsrecht mit dem Medienrecht verzahnt werden muss, um Zugang, Wettbewerb und Qualität zu gewährleisten und Interessenkonflikte zwischen der Eigentumskonzentration im Medienbereich und der politischen Macht, die dem freien Wettbewerb, gleichen Wettbewerbsbedingungen für alle und dem Pluralismus schaden, zu vermeiden;