15. beklemtoont de strategische noodzaak voor de EU om, ondanks externe concurrentiedruk, een industriële basis te behouden die voldoende breed en gedifferentieerd is; is derhalve van oordeel dat het openstellen van de handel gepaard moet gaan en consistent moet zijn met een solide industrieel beleid op zowel Europees als op nationaal niveau;
15. betont, dass die strategische Notwendigkeit besteht, dass die Europäische Union trotz des externen Wettbewerbsdrucks eine ausreichend breite und diversifizierte Industriegrundlage beibehält; ist daher der Ansicht, dass eine Öffnung des Handels mit einer soliden Industriepolitik sowohl auf gemeinschaftlicher als auch auf einzelstaatlicher Ebene einhergehen sollte und damit vereinbar sein muss;