Bovendien mag de noodzaak voor nationale regelgevende instanties om na de goedkeuring van deze verordening te onderzoeken of in plaats van de bestaande wholesaletoegangsproducten een Europees virtueel breedbandtoegangsproduct dient te worden opgelegd en om na te gaan of het passend is in het kader van een toekomstige marktanalyse waarin zij aanmerkelijke marktmacht zouden vaststellen, een Europees virtueel breedbandtoegangsproduct op te leggen, niet afdoen aan hun verantwoordelijkheid, namelijk dat zij overeenkomstig artikel 16 van Richtlijn 2002/21/EG de meest passende en evenredige maatregel moeten aanwijzen om het vastgestelde concurrentieprobleem te verhelpen.
Nach der Annahme dieser Verordnung sollte die Tatsache, dass die nationalen Regulierungsbehörden prüfen müssen, ob ein europäisches virtuelles Breitbandprodukt statt bestehender Zugangsverpflichtungen auf der Vorleistungsebene auferlegt werden sollte und ob die Auferlegung eines solchen Produkts im Zusammenhang mit künftigen Marktüberprüfungen, bei denen eine beträchtliche Marktmacht festgestellt wird, angemessen ist, nichts daran ändern, dass sie nach wie vor dafür verantwortlich sind, die am besten geeignete und angemessenste Abhilfemaßnahme zu ermitteln, um das festgestellte Wettbewerbsproblem in Übereinstimmung mit Artikel 16 der Richtlinie 2002/21/EG zu beheben.
