13. is van oordeel dat er een macro-economisch kader moet worden ontwikkeld waarbinnen de Europese industrie kan gedijen, en dat dus rekening houdt met feiten als de schaarste aan en de uitputting van hulpbronnen; vindt in dit verband dat Europa niet alleen moet beogen het huidige concurrentievermogen te bevorderen, maar vooral ook het toekomstige concurrentievermogen te waarborgen;
13. ist der Ansicht, dass makroökonomische Rahmenbedingungen geschaffen werden müssen, unter denen die europäische Industrie aufblühen kann, wobei jedoch der Knappheit und Überbeanspruchung der Ressourcen gebührend Rechnung zu tragen ist; fordert in diesem Zusammenhang, dass Europa nicht nur die heutige Wettbewerbsfähigkeit fördert, sondern vor allem alles dafür tut, auch in Zukunft wettbewerbsfähig zu bleiben;