1. De lidstaten wijzen conform hun institutionele structuren overeenkomstig het bepaalde in de leden 2, 3, 4 en 5 van het onderhavige artikel de gebieden aan die in aanmerking komen voor de in artikel 34, onder a), punten i), ii) en iii), en onder b), punten i), iii), iv) en vi), bedoelde betalingen.
(1) Die Mitgliedstaaten weisen entsprechend ihrer institutionellen Struktur die Gebiete, die für die Zahlungen gemäß Artikel 34 Buchstabe a) Ziffern i), ii) und iii) sowie Buchstabe b) Ziffern i), iii), iv) und vi) in Betracht kommen, unter Berücksichtigung der Absätze 2, 3, 4 und 5 dieses Artikels aus.