12. constateert de geboekte vooruitgang dankzij ouderverenigingen of verenigingen voor gehandicapten, die vaak door vrouwen worden aangestuurd; wenst dat rekening wordt gehouden met deze verenigingsactiviteiten bij de erkenning van door ervaring verworven vaardigheden en verzoekt de lidstaten beste praktijken uit te wisselen;
12. nimmt Kenntnis von den Fortschritten, die durch die Arbeit von Elternvereinigungen oder von Vereinigungen von Menschen mit Behinderungen, die häufig von Frauen geleitet werden, erzielt wurden; fordert, dass ihr Engagement für derartige Organisationen berücksichtigt und als Berufserfahrung anerkannt wird, und fordert die Mitgliedstaaten zu einem Austausch bewährter Praktiken auf;