De gezamenlijke verkoop van de televisierechten op voetbalwedstrijden kan dus alleen worden toegestaan indien dit de consument ten goede komt en indien wordt gezorgd voor bepaalde waarborgen overeenkomstig artikel 81, lid 3, van het EG-Verdrag. Overeenkomstig dit artikel kan de Commissie toestemming geven voor concurrentiebeperkende overeenkomsten die "bijdragen tot verbetering van de productie of van de verdeling der producten of tot verbetering van de technische of economische vooruitgang, mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt".
Die gemeinsame Vermarktung von Fernsehrechten kann deswegen nur genehmigt werden, wenn sie dem Verbraucher nützt und bestimmte Garantien erfüllt werden, wie in Artikel 81 Absatz 3 des EU-Vertrags vorgesehen, wonach die Kommission wettbewerbsbeschränkende Vereinbarungen genehmigen kann, "die unter angemessener Beteiligung der Verbraucher an dem entstehenden Gewinn zur Verbesserung der Warenerzeugung oder -verteilung oder zur Förderung des technischen oder wirtschaftlichen Fortschritts beitragen".