Met name wat sociale integratie betreft, moet een algemenere omschrijving van de doelstellingen de lidstaten
in staat stellen om meer aandacht te besteden aan de belangrijkste beleidsprioriteiten in h
un eigen, nationale context, bijvoorbeeld daklozen, kinderarmoede en vervreemding bij jongeren, immigranten en etnische minderheden, mensen met een handicap, e-integratie en ongelijkheid in onderwijs en opleiding[8]. De doelstellingen sluiten ook aan bij de conclusies van de analyse van de NAP’s voor integratie van 20
...[+++]05, namelijk dat de integratiedoelstellingen in de desbetreffende beleidsgebieden (waaronder de Structuurfondsprogramma’s en het onderwijs- en opleidingsbeleid) moeten worden gemainstreamd en dat goed bestuur bevorderlijk is voor de beleidsvorming.
B. Obdachlosigkeit, Kinderarmut, Entfremdung bei Jugendlichen, Zuwanderern und ethnischen Minderheiten, Behinderung, eInclusion und ungleiche Bildungs- und Ausbildungschancen.[8] Darin spiegeln sich die Lehren wider, die man aus der Analyse der NAP Eingliederung 2005 gezogen hat: Erforderlich sind ein Mainstreaming der Eingliederungsziele in den relevanten Politikbereichen, einschließlich der Strukturfondsprogramme und der Bildungs- und Ausbildungspolitik, und eine bessere Politikgestaltung durch Good Governance.