Voorbeelden daarvan zijn: het geven van een verkeerde voorstelling van de feiten over de mogelijke economische, maatschappelijke of ecologische impact van ontwerp-wetgeving, het op touw zetten van massale communicatiecampagnes pro of contra een bepaalde zaak en mogelijke belangenconflicten wanneer keuzes worden geformuleerd door organisaties die financiële steun uit de EU-begroting ontvangen.
Zu diesen Praktiken zählen beispielsweise die Verbreitung falscher Informationen über mögliche wirtschaftliche, soziale oder umweltpolitische Auswirkungen von Legislativvorschlägen, das massive Betreiben von Propaganda für oder gegen ein bestimmtes Thema und mögliche Interessenkonflikte, wenn aus EU-Mitteln finanzierte Organisationen sich für bestimmte Optionen aussprechen.