B. overwegende dat het Verdrag van Amsterdam het toepassingsgebied van de medebeslissingsprocedure van artikel 251 (oud artikel 189B) van het EG-Verdrag verruimt, hetgeen, ook al is artikel 202 (oud artikel 145 waarin alleen wordt verwezen naar wetten die door de Raad zijn goedgekeurd en niet naar wetten die door Parlement en Raad samen zijn goedgekeurd) van het EG-Verdrag niet gewijzigd, impliceert dat de twee takken van de wetgevingsautoriteit, het Europees P
arlement en de Raad evenveel bevoegdheid hebben wat het overdragen van uitvoeringsbevoegdheden aan
de Commissie en de controle ...[+++] op de uitvoeringsactiviteiten betreft,
B. in der Erwägung, daß durch den Vertrag von Amsterdam der Anwendungsbereich des in Artikel 251 EUV (ex Artikel 189b) geregelten Mitentscheidungsverfahrens ausgedehnt wurde, und daß dies trotz der ausgebliebenen Änderung von Artikel 202 EUV (ex Artikel 145, der sich nur auf vom Rat erlassene Rechtsakte, nicht aber auf vom Parlament und vom Rat gemeinsam erlassene Rechtsakte bezieht) bedeutet, daß die Zuständigkeit für die Übertragung der Durchführungsbefugnisse auf die Kommission sowie die Kontrolle der Exekutivtätigkeit in gleichem Maße beiden Teilen der Legislative (EP und Rat) obliegen,