2 . Om te kunnen worden erkend moeten de in lid 1 , sub a ) , bedoelde grensposten onder meer kunnen beschikken over de nodige voorzieningen voor het verrichten van de in artikel 12 , lid 1 , bedoelde controle en voor de ontsmetting en de verwijdering van resten voeder en stro , alsmede van mest , urine en alle andere afval .
(2) Damit die unter Absatz 1 Buchstabe a) genannten Grenzuebergangsstellen zugelassen werden können, müssen insbesondere die Einrichtungen zur Verfügung stehen, die für die Durchführung der Kontrolle nach Artikel 12 Absatz 1 und für die Desinfektion, die Entfernung von Futter- und Einstreuresten sowie von tierischen Abgängen erforderlich sind.