De randen van de perrons van het conventionele spoorwegnet met nominale hoogten van 550 of 760 mm moeten voldoen aan het minimumprofiel van de infrastructuur als bepaald in EN (nog ter discussie — hangende de herziening van de TSI na de uitgave van EN15273-3:2006 gelden de landelijke voorschriften); de conventionele waarde voor bq0 , d.w.z. de afstand van de hartlijn spoor evenwijdig aan de rijspiegel moet uit de formule worden berekend, waarbij de onderstaande effecten niet in rekening worden gebracht:
Bei Bahnsteigen im konventionellen Eisenbahnnetz gilt für Bahnsteigkanten auf den Nennhöhen 550 mm und 760 mm (offener Punkt; für das minimale Lichtraumprofil gelten nationale Vorschriften, bis die TSI nach Veröffentlichung von EN 15273-3:2006 überarbeitet ist) das definierte minimale Lichtraumprofil; der Wert bq0 senkrecht zur Gleisachse parallel zur Laufebene ist mit der nachfolgend genannten Formel zu berechnen, in der jedoch die Auswirkungen der folgenden Faktoren nicht berücksichtigt sind: