Bij de wet van 10 februari 1999 heeft de wetgever « de idee [...] verlaten dat het doorslaggevende constitutieve element van corruptie het bestaan is van een corruptie-pact » (Parl. St., Senaat, 1997-1998, nr. 1-107/4, pp. 9-10).
Durch das Gesetz vom 10. Februar 1999 hat der Gesetzgeber « die Idee aufgegeben, dass das ausschlaggebende Grundelement der Korruption in einem Korruptionspakt bestand » (Parl. Dok., Senat, 1997-1998, Nr. 1-107/4, SS. 9-10).