Traduction de «cotonou werd bepaald » (Néerlandais → Allemand) :

Door de missie naar Liberia werd bijgedragen aan de politieke dialoog op parlementair niveau, die in artikel 8 van de overeenkomst van Cotonou wordt bepaald en door HV/VV Ashton werd voorgesteld.
Mit der Reise nach Liberia wurde ein Beitrag zum politischen Dialog auf parlamentarischer Ebene gemäß Artikel 8 des Cotonou-Abkommens und entsprechend den Empfehlungen der Hohen Vertreterin/Vizepräsidenten Catherine Ashton geleistet.

– (EN) Mijnheer de Voorzitter, laten we even teruggaan naar het begin van het EPO-proces. In de Overeenkomst van Cotonou uit 2000 werd bepaald dat de EU wettelijk verplicht is om rekening te houden met de belangen van de ontwikkelingslanden op alle beleidsterreinen die hen zouden kunnen raken.
- Herr Präsident, wenn wir auf den Beginn des WPA-Prozesses zurückblicken, stellen wir fest, dass im Cotonou-Abkommen aus dem Jahr 2000 festgelegt wurde, dass die EU eine gesetzliche Verpflichtung hat, bei all den Politikbereichen, die sich vermutlich auf Entwicklungsländer auswirken, die Interessen dieser Länder zu berücksichtigen.

In de overeenkomst van Cotonou werd bepaald dat nieuwe met de WTO verenigbare handelsregelingen worden getroffen met geleidelijke afschaffing van de handelsbelemmeringen en versterking van de samenwerking op alle voor de handel belangrijke terreinen.
Das Cotonou-Abkommen sieht den Abschluss neuer, WTO-konformer Handelsvereinbarungen vor, mit denen Handelshemmnisse schrittweise beseitigt und die Zusammenarbeit in allen handelsrelevanten Bereichen verstärkt werden sollen.

21. herinnert de Raad evenwel aan de resolutie van het Europees Parlement van 24 februari 2005, waarin de EU werd opgeroepen resoluties over een aantal prioritaire kwesties in te dienen; betreurt met name dat de EU heeft geweigerd resoluties te steunen over schendingen van de mensenrechten in China, Zimbabwe en Tsjetsjenië; herinnert in dit verband aan de verbintenissen van de Raad in het kader van de EU-richtsnoeren inzake mensenrechtendialogen, waarin duidelijk wordt verklaard dat een mensenrechtendialoog met een derde land de Raad niet kan beletten om in de VN-Commissie voor de rechten van de mens een resolutie over datzelfde land te steunen; neemt in dit verband nota van het feit dat in het jaarverslag 2005 wordt verklaard dat met name de groep van Afrikaanse landen niet coöperatief is geweest toen de situatie van de mensenrechten in bepaalde Afrikaanse landen onderwerp van discussie was tijdens de vergadering van de Derde Commissie van de Algemene Vergadering van de VN; verzoekt de Commissie en de Raad derhalve om alle beschikbare middelen aan te wenden om de groep van Afrikaanse landen te overhalen om in de toekomst met de Algemene Vergadering van de VN samen te werken door de dialoog aan te gaan en informatie over de betrokken Afrikaanse landen te verstrekken, vooral over de landen waarmee de ACS-EU-samenwerking overeenkomstig artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou is opgeschort of over de landen waarmee overeenkomstig artikel 8 van diezelfde Overeenkomst een politieke dialoog wordt gevoerd; stelt voor dat het Europees Parlement voortaan zijn bij de Raad ingediende ontwerpresoluties beperkt tot de belangrijkste landen en dat het de werkzaamheden van de Raad in dit verband sterker ondersteunt;
21. erinnert allerdings den Rat an seine Entschließung vom 24. Februar 2005, in der die EU aufgefordert wurde, Resolutionen zu einer gewissen Anzahl von vorrangigen Themen einzubringen; bedauert insbesondere die Weigerung der EU, Resolutionen zu Menschenrechtsverletzungen in China, Simbabwe und Tschetschenien zu unterstützen; weist in diesem Zusammenhang erneut auf die Zusagen hin, die der Rat im Rahmen der Leitlinien der EU zu den Menschenrechtsdialogen gegeben hat, wonach der Rat auch dann, wenn er mit einem Drittland einen Dialog über Menschenrechte führt, im Menschenrechtsrat der Vereinten Nationen durchaus eine Resolution zu diesem Land unterstützen kann; nimmt auch die Erklärung im Bericht 2005 zur Kenntnis, dass insbesondere die afrikanische Gruppe bei der Erörterung der Menschenrechtslage in bestimmten afrikanischen Ländern während der Arbeiten des Dritten Ausschusses der Generalversammlung der VN nicht sehr kooperativ war; fordert die Kommission und den Rat daher auf, alle ihnen zur Verfügung stehenden Mittel zu nutzen, um die afrikanische Gruppe davon zu überzeugen, mit der Generalversammlung der Vereinten Nationen zusammenzuarbeiten, und zwar durch einen Dialog und durch Bereitstellung von Informationen über die betreffenden afrikanischen Länder, insbesondere diejenigen, mit denen die Zusammenarbeit AKP-EU gemäß Artikel 96 des Abkommens von Cotonou ausgesetzt wurde oder mit denen ein politischer Dialog gemäß Artikel 8 dieses Abkommens geführt wird; schlägt vor, dass das Europäische Parlament sich in Zukunft bei der Übermittlung seiner Entschließungen an den Rat auf die Länder beschränkt, die besonderen Anlass zu Besorgnis geben, und die Arbeit des Rates in dieser Hinsicht stärker unterstützt;