Toen het vrije verkeer van personen als één van de voornaamste elementen van de interne markt werd erkend in 1986, bleek deze informele samenwerking tussen regeringen van de lidstaten onvoldoende om het hoofd te kunnen bieden aan de internationale omvang die criminele netwerken hadden aangenomen en om te kunnen voldoen aan de behoefte aan veiligheid van de Europese burger.
Als 1986 die Freizügigkeit als eines der Hauptelemente des Binnenmarktes anerkannt wurde, erschien diese informelle Zusammenarbeit der Regierungen der Mitgliedstaaten als unzureichend, um die Internationalisierung der Netze krimineller Aktivitäten zu bekämpfen und dem Sicherheitsbedürfnis des europäischen Bürgers gerecht zu werden.