J.
nota nemend van de initiatieven van het voorzitterschap en de Raad om de verwezenlijking voort te zetten van het beginsel dat tot uitdrukking is gebracht in de op 4 juni 1999 in Keulen afgelegde verklaring van de Europese Raad over de versterking van het gemeenschappelijk Europees beleid inzake veiligheid en defensie, nl. het beginsel op grond waarvan de Unie in staat gesteld moet worden om met steun van geloofwaardige strijdkrachten zelfstandig op te treden; hiertoe "moet zij de middelen hebben om te besluiten die strijdkrachten in te zetten en bereid zijn zulks te doen als reacti
e op internationale ...[+++]crisissen [.] De EU zal daardoor beter kunnen bijdragen tot internationale vrede en veiligheid overeenkomstig de beginselen van het Handvest der Verenigde Naties",
J. unter Hinweis auf die Initiativen der Präsidentschaft und des Rates mit dem Ziel, dem in der Erklärung des Europäischen Rates vom 4. Juni 1999 in Köln zur Stärkung der gemeinsamen europäischen Sicherheits- und Verteidigungspolitik verankerten Grundsatz Geltung zu verschaffen, wonach „die Union die Fähigkeit zu autonomem Handeln, gestützt auf glaubwürdige militärische Fähigkeiten, sowie die Mittel und die Bereitschaft besitzen (muß), dessen Einsatz zu beschließen, um . auf internationale Krisensituationen zu reagieren“,