29. benadrukt dat onderwijsbeleid in de eerste plaats gericht moet zijn op de ondersteuning van lerenden bij de ontwikkeling van cruciale cognitieve en sociale vaardigheden; verzoekt de Commissie nader onderzoek te doen naar de effecten die de toepassing van digitale instrumenten en inhoud voor pedagogische doeleinden heeft op lerenden, en daarbij hun fysieke en psychologische integriteit te waarborgen;
29. betont, dass Bildungspolitik zuallererst darauf abzielen sollte, Lernende bei dem Aufbau wichtiger kognitiver und sozialer Fähigkeiten zu unterstützen; fordert die Kommission auf, die Auswirkungen des Einsatzes digitaler Hilfsmittel und Inhalte zu pädagogischen Zwecken auf die Lernenden eingehender zu bewerten und gleichzeitig die physische und psychische Integrität der Lernenden sicherzustellen;
