19. merkt op dat China beperkingen blijft opleggen aan de export van grondstoffen, in de vorm van heffingen en quota, tegen de wil van de Wereldhandelsorganisatie in, waardoor de totale prijs van de grondstoffen kunstmatig de hoogte in wordt gejaagd en de binnenlandse prijs daalt, wat de Chinese producenten een significant concurrentievoordeel oplevert;
19. weist darauf hin, dass China die Ausfuhr von Rohstoffen durch Zölle oder Quoten weiterhin beschränkt, die von der WTO untersagt wurden und die Weltpreise für Rohstoffe künstlich steigen lassen, wodurch die Inlandspreise sinken und die chinesischen Hersteller einen erheblichen Wettbewerbsvorteil erlangen;