2. De lidstaten mogen de vrijstelling voor de in lid 1, eerste alinea, bedoelde goederen afhankelijk stellen van de voorwaarde dat op de betrokken goederen hetzij in het land of gebied van oorsprong, hetzij in het land of gebied van herkomst, de douanerechten en/of belastingen zijn geheven welke daar normaal op slaan.
(2) Die Mitgliedstaaten können die Steuerbefreiung für Heiratsgut im Sinne des Absatzes 1 von der Voraussetzung abhängig machen, dass die normalerweise darauf anwendbaren Zölle oder Steuern im Ursprungs- oder Herkunftsland oder Ursprungs- oder Herkunftsgebiet entrichtet worden sind.