5. De leden 1 tot en met 4 doen geen afbreuk aan de mogelijkheid voor het aangezochte gerecht om de partijen en eventueel hun vertegenwoordigers te verzoeken bij de verrichting van de handeling tot het verkrijgen van bewijs aanwezig te zijn of daaraan deel te nemen, indien zijn nationale wet in die mogelijkheid voorziet.
(5) Die Absätze 1 bis 4 lassen die Möglichkeit des ersuchten Gerichts unberührt, die Parteien und gegebenenfalls ihre Vertreter zu bitten, der Beweisaufnahme beizuwohnen oder sich daran zu beteiligen, wenn das Recht des Mitgliedstaats des ersuchenden Gerichts dies vorsieht.