Uit de uiteenzetting van het eerste onderdeel van het tweede middel blijkt dat dat onderdeel betrekking heeft op de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 23 van de Grondwet, met de artikelen 8 en 9 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, met artikel 6 van het Europees Verdrag voo
r de rechten van de mens en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag, van artikel 37, 2°, van de wet van 3 juli 2
005, in zoverre het daarbij ingevoegde nieuwe ...[+++] derde lid van artikel XII. XI. 21, § 1, RPPol een verschil in behandeling invoert tussen twee categorieën van begunstigden van de bijkomende toelage : diegenen die afkomstig zijn uit de gerechtelijke politie bij de parketten en diegenen die afkomstig zijn uit de rijkswacht of de gemeentepolitie.
Aus den Darlegungen des ersten Teils des zweiten Klagegrunds geht hervor, dass dieser Teil sich auf die Vereinbarkeit von Artikel 37 Nr. 2 des Gesetzes vom 3. Juli 2005 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 23 der Verfassung, mit den Artikeln 8 und 9 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof, mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zu dieser Konvention bezieht, insofern der
dadurch eingefügte neue Absatz 3 von Artikel XI
I. XI. 21 § 1 RSPol einen Behandlun ...[+++]gsunterschied zwischen zwei Kategorien von Empfängern der Zusatzzulage einführe, nämlich denjenigen, die aus der Gerichtspolizei bei den Staatsanwaltschaften stammten, und denjenigen, die aus der Gendarmerie oder der Gemeindepolizei stammten.