Vertaling van "daarbij meer autonomie " (Nederlands → Duits) :

3. is van mening dat lokale en regionale aanbestedende diensten een leidende rol moeten spelen bij de herziening van de Europese regelgeving betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten, en dat zij daarbij meer autonomie en flexibiliteit moeten krijgen om te bepalen waarvoor zij aanbestedingen nodig achten, aangezien overheidsinvesteringen meer en meer gedecentraliseerd plaatsvinden en twee derde van de investeringen door lagere bestuurlijke instanties wordt verricht;
3. vertritt die Auffassung, dass angesichts der schrittweisen Dezentralisierung der öffentlichen Investitionen (mittlerweile werden zwei Drittel der Investitionen von subnationalen Regierungsebenen getätigt) den kommunalen und regionalen Auftraggebern die führende Rolle bei der Überarbeitung der EU-Vorschriften über das öffentliche Auftragswesen übertragen werden sollte und dass dieser Prozess ihnen eine größere Eigenständigkeit und Flexibilität verschaffen sollte, damit sie die Beschaffungen tätigen können, die sie für ihren Bedarf für angemessen halten;

20. herhaalt dat het verbeteren van de politiële en justitiële samenwerking in de EU, onder meer via Europol, de Europese Politieacademie (CEPOL) en Eurojust, en door middel van passende opleidingen, van wezenlijk belang is voor een degelijke interneveiligheidsstrategie en dat zowel de bevoegde autoriteiten in de lidstaten als de EU-instellingen en -agentschappen daarbij betrokken moeten zijn; is van mening dat deze samenwerking niet mag worden beperkt tot de opsporing en arrestatie van verdachten van strafbare feiten, maar zich ook moet richten op de preventie en non-recidive van dergelijke daden; neemt kennis van de betreffende voorstellen van de Commissie, waaronder die in verband met de hervorming van Eurojust en het wetgevingsvoorstel betreffende de instelling van een Europees openbaar ministerie; wijst erop dat het beginsel van scheiding en autonomie van machten tussen de rechtsprekende en de politionele sector moet worden geëerbiedigd;
20. bekräftigt erneut, dass die Intensivierung der polizeilichen und justiziellen Zusammenarbeit der EU, auch im Rahmen von Europol, der Europäischen Polizeiakademie (CEPOL) und Eurojust, sowie das Angebot geeigneter Schulungsmaßnahmen für eine ordnungsgemäße Strategie der inneren Sicherheit von entscheidender Bedeutung sind und die zuständigen Behörden der Mitgliedstaaten sowie die Institutionen und Agenturen der EU einbeziehen müssen; ist der Auffassung, dass sich diese Zusammenarbeit nicht auf das Aufspüren und die Verhaftung von mutmaßlichen Straftätern beschränken darf, sondern sich ebenfalls auf die Prävention von Straftaten und Wiederholungsfällen konzentrieren sollte; nimmt die entsprechenden Vorschläge der Kommission zur Kenntnis, unter anderem den Vorschlag, Eurojust zu reformieren und Rechtsvorschriften zur Schaffung einer Europäischen Staatsanwaltschaft vorzulegen; weist auf die Notwendigkeit hin, die Gewaltenteilung und die Unabhängigkeit der Justiz und der Polizei zu gewährleisten;

26. verzoekt de Commissie om te komen met een voorstel voor de herziening van de arbeidstijdenrichtlijn (2003/88/EG), die de bescherming van alle werknemers tegen lange werktijden en de inachtneming van de besluiten van het Europees Hof van Justitie over de erkenning van aanwezigheidsdiensten als arbeidstijd verzekert; verzoekt de Commissie een Europese kaderverordening voor te bereiden over een redelijk inkomen, hetzij door middel van collectieve onderhandelingen of via een wet, en daarbij rekening te houden met de verenigbaarheid met, en de eerbiediging van nationale tradities en praktijken en de autonomie van de sociale partners; dringt er bij de Commissie op aan de richtlijn inzake de toepassing van het beginsel van gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers voor gelijke of gelijkwaardige arbeid te herzien; dringt erop aan dat de Commissie zich meer inspant voor het deblokkeren van de richtlijn moederschapsverlof (2010/18/EU) en de beloofde follow‑up van haar kosten-batenanalyse van 2010 over de invoering van een vaderschapsverlof uitvoert;
26. fordert die Kommission auf, einen Vorschlag für die Überarbeitung der Arbeitszeitrichtlinie (2003/88/EC) vorzulegen, damit alle Arbeitnehmer vor langen Arbeitszeiten im Einklang mit den Entscheidungen des Europäischen Gerichtshofs (EuGH) bezüglich der Wertung von Bereitschaftszeiten als Arbeitszeit geschützt werden; fordert die Kommission auf, mit der Arbeit an einer europäischen Rahmenrichtlinie für ein angemessenes Einkommen entweder durch Tarifverhandlungen oder per Gesetz zu beginnen, wobei die Vereinbarkeit mit und Achtung von nationalen Traditionen und Praktiken und die Autonomie der Sozialpartner gewahrt bleiben; fordert die Kommission nachdrücklich auf, die Richtlinie über die Anwendung des Grundsatzes der gleichen Entlohnung männlicher und weiblicher Arbeitnehmer für gleiche Arbeit von gleichem Wert zu überarbeiten; beharrt darauf, dass die Kommission sich stärker darum bemüht, wieder Bewegung in die festgefahrenen Verhandlungen über die Richtlinie zum Mutterschaftsurlaub zu bringen und ihre Kosten-Nutzen-Studie der Einführung des Vaterschaftsurlaubs von 2010, wie zugesagt, weiterzuverfolgen;

18. is van mening dat mensenrechtenverdedigers in derde landen beter beschermd zullen worden door de EU-mensenrechtendialogen doeltreffender te maken; benadrukt de noodzaak om de situatie van mensenrechtenverdedigers, en meer in het algemeen de situatie en verbetering van het recht op vrijheid van vereniging in nationale wet- en regelgeving en praktijken, steevast aan de orde te stellen bij alle politieke en mensenrechtendialogen met derde landen, en de partners daarbij te herinneren aan de verantwoordelijkheid van hun land om alle in de VN-Verklaring over mensenrechtenverdedigers vervatte verplichtingen en rechten op te nemen in de nationale wetgeving, waaronder de vrijheid van vereniging en vergadering en het recht om binnen- en buitenlandse subsidies te ontvangen, volledig transparant en met eerbiediging van hun autonomie bij de besluitvorming, maar ook de vrijheid van meningsuiting, een recht dat van cruciaal belang is voor het werk van mensenrechtenverdedigers; benadrukt dat partnerlanden tevens moeten worden herinnerd aan de verplichting en de verantwoordelijkheid om eerbied voor mensenrechtenverdedigers en hun werk te waarborgen en te bevorderen, door alle voorwaarden te scheppen voor pleitbezorging, toezicht en rapportage inzake mensenrechten;
18. ist der Ansicht, dass Menschenrechtsverteidiger in Drittstaaten durch eine wirksamere Gestaltung der Menschenrechtsdialoge der EU besser geschützt werden können; betont die Notwendigkeit, die Situation von Menschenrechtsverteidigern in allen politischen Dialogen und Menschenrechtsdialogen und im Rahmen der Handelsverhandlungen mit Drittstaaten regelmäßig anzusprechen, ebenso generell die Situation und Verbesserungen beim Recht auf Vereinigungsfreiheit, wie es sich in der nationalen Gesetzgebung, den Vorschriften und der Praxis darstellt, und die Partner an die Verantwortung der Staaten zu erinnern, dafür zu sorgen, dass alle in der Erklärung der Vereinten Nationen zu Menschenrechtsverteidigern verankerten Verpflichtungen und Rechte in nationale Rechtsvorschriften übernommen werden, darunter das Recht auf Vereinigungsfreiheit, Versammlungsfreiheit und das Recht, Mittel aus dem In- und Ausland bei vollständiger Transparenz und unter Wahrung ihrer Entscheidungsautonomie zu erhalten, sowie das Recht auf freie Meinungsäußerung als ein für die Arbeit von Menschenrechtsverteidigern wichtiges Recht; unterstreicht, dass Partnerstaaten auch an ihre Verpflichtung und ihre Verantwortung erinnert werden sollten, Menschenrechtsverteidiger zu schützen und die Achtung vor ihnen und ihrer Arbeit zu fördern, indem Bedingungen geschaffen werden, die einen uneingeschränkten Einsatz für die Menschenrechte, die umfassende Überwachung dieser Rechte und eine uneingeschränkte Berichterstattung über dieses Thema ermöglichen;