Vermits de in artikel 26, § 2, laatste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof vermelde uitzonderingen niet van toepassing zijn voor de betwisting betreffende de periode vanaf 10 januari 1997, waarop het gewijzigde artikel 57, § 2, van de O.C. M.W.-wet van toepassing is, dient daarover een prejudiciële vraag te worden gesteld.
Da die in Artikel 26 § 2 letzter Absatz des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof genannten Ausnahmen nicht anwendbar sind auf die Beanstandung bezüglich des Zeitraums ab dem 10. Januar 1997, auf den der abgeänderte Artikel 57 § 2 des ÖSHZ-Gesetzes anwendbar ist, muss darüber eine präjudizielle Frage gestellt werden.