2. De in lid 1 bedoelde informatie mag in het bijzonder niet worden meegedeeld aan andere personen dan die welke er in de lidstaten of binnen de instellingen van de Gemeenschap uit hoofde van hun functie toegang toe hebben, tenzij de lidstaat die de informatie verstrekt daartoe uitdrukkelijk toestemming geeft.
(2) Die Angaben nach Absatz 1 dürfen insbesondere nur Personen mitgeteilt werden, die in den Mitgliedstaaten oder innerhalb der Gemeinschaftsorgane aufgrund ihrer Aufgaben davon Kenntnis erhalten müssen, es sei denn, der Mitgliedstaat, der sie übermittelt hat, hat der Mitteilung an andere Personen ausdrücklich zugestimmt.