5. Wanneer de Commissie aan het einde van de in lid 3 bedoelde periode tot de bevinding komt dat het betrokken begunstigde land de vereiste toezegging niet heeft gedaan, en zij tijdelijke intrekking noodzakelijk acht, legt zij, na eerst het Europees parlement te hebben ingelicht, een daartoe strekkend voorstel voor aan de Raad, die binnen 30 dagen met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit neemt.
(5) Stellt die Kommission am Ende des in Absatz 3 genannten Zeitraums fest, dass das betreffende begünstigte Land die erforderliche Verpflichtung nicht eingegangen ist, und hält sie eine vorübergehende Rücknahme für erforderlich, so unterbreitet sie nach Unterrichtung des Europäischen Parlaments dem Rat einen entsprechenden Vorschlag, über den dieser binnen 30 Tagen mit qualifizierter Mehrheit beschließt.