1 . Tot het verstrijken van een termijn van twaalf maanden , te rekenen vanaf de datum waarop de aangifte daarvan voor het vrije verkeer is aanvaard , mogen de goederen die met toepassing van de in artikel 11 bedoelde vrijstelling zijn ingevoerd , niet worden uitgeleend , verpand , verhuurd , noch onder bezwarende titel of om niet worden overgedragen , zonder dat de bevoegde autoriteiten vooraf daarvan in kennis zijn gesteld .
(1) Vor Ablauf einer Frist von zwölf Monaten nach Annahme des Antrags auf Überführung in den zollrechtlich freien Verkehr dürfen Waren, für die die Befreiung nach Artikel 11 gewährt wurde, ohne vorherige Unterrichtung der zuständigen Behörden weder verliehen, verpfändet, vermietet, veräußert oder überlassen werden.