De verzoekende partijen verwijten het bestreden artikel 10, §§ 3 en 4, van het decreet van 25 april 2014 dat het daarin bedoelde openbaar onderzoek enkel beoogt het publiek te raadplegen en, in tegenstelling tot de regeling vervat in artikel 4.2.11, § 2, van het DABM, niet tot een nieuwe raadpleging van de adviesverlenende instanties verplicht.
Die klagenden Parteien bemängeln, dass die im angefochtenen Artikel 10 §§ 3 und 4 des Dekrets vom 25. April 2014 vorgesehene öffentliche Befragung nur bezwecke, die Öffentlichkeit zu befragen, und, im Gegensatz zu der in Artikel 4.2.11 § 2 des Umweltpolitikdekrets enthaltenen Regelung, nicht die Verpflichtung zu einer erneuten Konsultation der stellungnehmenden Instanzen enthalte.