20. merkt op dat de duurzaamheid van visbestanden van fundamenteel belang is; beklemtoont dat er momenteel geen sprake is van evenwicht tussen de sociaal-economische situatie en de duurzaamheid van het milieu; beklemtoont dat er behoefte bestaat aan visserij en aan een levensvatbare bedrijfstak; is van mening dat een mechanisme moet worden ingesteld om vissers te subsidiëren of te compenseren die getroffen zijn door plannen voor het herstel van visbestanden of andere maatregelen om de ecosystemen beter te beschermen, met name in achtergestelde gebieden;
20. mist der Nachhaltigkeit der Fischereiressourcen wesentliche Bedeutung bei; unterstreicht, dass derzeit ein Ungleichgewicht zwischen der sozioökonomischen Lage und der Nachhaltigkeit zugunsten der Umwelt herrscht; weist mit Nachdruck darauf hin, dass Fischfang als Tätigweit und eine lebensfähige Fischereiindustrie notwendig sind; hält es für notwendig, einen Mechanismus einzurichten, der den Fischern, die von Plänen zur Wiederauffüllung der Bestände und anderen Maßnahmen für einen größeren Schutz der Ökosysteme betroffen sind, insbesondere in den benachteiligten Regionen, Beihilfen oder Ausgleichszahlungen gewährt;