2.3. De proefinrichting mag worden opgesteld in een rookkast, op voorwaarde dat het binnenvolume van de rookkast ten minste 20-maal, maar ten hoogste 110-maal zo groot is als het volume van de proefinrichting en dat geen van de afmetingen ervan (hoogte, breedte of diepte) meer dan 2,5-maal een van beide andere bedraagt.
2.3. Die Prüfvorrichtung kann in einen Rauchabzug gestellt werden, wenn dessen Volumen mindestens 20 und höchstens 110 mal demjenigen der Prüfvorrichtung entspricht und keine seine Abmessungen (Höhe, Breite oder Länge) das 2,5fache einer der anderen beiden Dimensionen übersteigt.