A. overwegende dat de Unie in 2000, bij de invoering van de Lissabon-strategie, nog 25% van het mondiale BBP voor haar rekening nam (uitgedrukt in koopkrachtpariteit (KKP)) maar dat dit aandeel in 2020 naar schatting nog slechts 18% zal bedragen, hetgeen neerkomt op een daling van 28% van haar relatieve economische prestaties,
A. in der Erwägung, dass die Union im Jahr 2000 mit Beginn der Strategie von Lissabon zwar 25 % des weltweiten BIP (gemessen in Kaufkraftparität, KKP) erwirtschaftete, ihr Anteil neuesten Schätzungen zufolge bis 2020 jedoch auf 18 % des weltweiten BIP absinken dürfte, was einem Rückgang ihrer relativen Wirtschaftsleistung um 28 % entspräche;