(iii) er op verzoek van een overeenkomstsluitende lidstaat bij het Gerecht van eerste aanleg bijkomende lokale afdelingen moeten worden opgericht wanneer er gedurende drie opeenvolgende jaren vóór of na de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst in de bewuste overeenkomstsluitende lidstaat per kalenderjaar meer dan honderd octrooizaken aanhangig zijn gemaakt; pleit er daarnaast voor het aantal afdelingen in een overeenkomstsluitende lidstaat tot maximaal vier te beperken;
(iii) in einem Vertragsmitgliedsstaat auf seinen Antrag hin zusätzliche lokale Kammern errichtet werden sollten, wenn in diesem Vertragsmitgliedsstaat vor oder nach dem Zeitpunkt des Inkrafttretens des Übereinkommens in drei aufeinander folgenden Jahren mehr als 100 Patentverfahren je Kalenderjahr eingeleitet worden sind; schlägt darüber hinaus vor, dass die Anzahl der lokalen Kammern je Vertragsmitgliedsstaat vier nicht überschreiten sollte;