19. onderstreept dat de wil van lidstaten om de duurzaamheid van hun beleid inzake sociale investeringen te verbeteren zich niet noodzakelijkerwijs moet vertalen in "hogere uitgaven", maar in een "meer efficiënte en doeltreffende besteding van de beschikbare middelen";
19. betont, dass die Mitgliedstaaten nicht unbedingt mehr ausgeben sollten, sondern ihre Ausgaben effizienter und wirksamer gestalten sollten, wenn sie gewillt sind, die Nachhaltigkeit der Politik für Sozialinvestitionen zu verbessern;