1. Wanneer de Commissie van mening is dat een lidstaat niet heeft voldaan aan de verplichting om de maandelijkse gegevens over de vangstmogelijkheden mee te delen overeenkomstig artikel 33, lid 2, kan zij de datum vaststellen waarop 80 % van de vangstmogelijkheden van die lidstaat wordt geacht te zijn opgebruikt en kan zij de vermoedelijke datum vaststellen waarop de vangstmogelijkheden zullen worden geacht volledig te zijn opgebruikt.
(1) Stellt die Kommission fest, dass ein Mitgliedstaat der Verpflichtung zur Übermittlung monatlicher Fangdaten gemäß Artikel 33 Absatz 2 nicht nachgekommen ist, so kann sie den Zeitpunkt, zu dem die Fangmöglichkeiten des betreffenden Mitgliedstaats als zu 80 % ausgeschöpft gelten, sowie den geschätzten Zeitpunkt, zu dem die Fangmöglichkeiten als vollständig ausgeschöpft gelten, festsetzen.