Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Administratief wetboek
Burgerlijk Wetboek
Burgerlijk wetboek
Codificatie
Gerechtelijk Wetboek
Sociaal Wetboek
Wetboek
Wetboek van Strafvordering

Vertaling van "datzelfde wetboek " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE


burgerlijk wetboek

Zivilgesetzbuch [ Bürgerliches Gesetzbuch ]












Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en Patrimonium

Wallonisches Gesetzbuch über die Raumordnung, den Städtebau und das Erbe




Sociaal Wetboek

Sozialgesetzbuch | SGB [Abbr.] | SGBV [Abbr.]
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
1. « Schendt artikel 479 juncto de artikelen 483 en 503bis van het Wetboek van Strafvordering, in samenhang gelezen met de artikelen 127 en 130 van datzelfde wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij voor de inverdenkinggestelde van een misdrijf dat samenhangend is met een misdrijf gepleegd door een persoon met een van de hoedanigheden vermeld in artikel 479 van het Wetboek van Strafvordering niet voorzien in een procedure van regeling der rechtspleging (niettegenstaande die inverdenkinggestelde geen ambt vervult waarop het voorrecht van rechtsmacht van toepassing is), terwijl dat wel het geval is voor de inverdenkingge ...[+++]

1. « Verstößt Artikel 479 in Verbindung mit den Artikeln 483 und 503bis des Strafprozessgesetzbuches, zusammen mit den Artikeln 127 und 130 desselben Gesetzbuches, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie für den Beschuldigten einer Straftat, die mit einer Straftat zusammenhängt, welche von einer Person mit einer der in Artikel 479 des Strafprozessgesetzbuches genannten Eigenschaften begangen wurde, kein Verfahren der Verfahrensregelung vorsehen (obwohl dieser Beschuldigte kein Amt erfüllt, auf das das Gerichtsbarkeitsvorrecht Anwendung findet), während dies wohl der Fall ist für den Beschuldigten, auf den das gemeinrechtlic ...[+++]


Hoewel de onderhoudsschulden die vervallen waren op de dag van de uitspraak houdende vaststelling van de gerechtelijke aanzuiveringsregeling, onder de vroegere regeling konden worden kwijtgescholden op grond van artikel 1675/13, § 3, eerste streepje, van het Gerechtelijk Wetboek, was dit geen verplichting voor de rechter, gelet op de beslissingsmacht waarover hij op grond van artikel 1675/13bis van datzelfde Wetboek beschikt.

Obwohl die Unterhaltsschulden, die am Tag der Entscheidung, durch die der gerichtliche Schuldenregelungsplan erlassen wird, fällig waren, unter der früheren Regelung erlassen werden konnten aufgrund von Artikel 1675/13 § 3 erster Gedankenstrich des Gerichtsgesetzbuches, war dies keine Verpflichtung für den Richter, angesichts der Entscheidungsbefugnis, über die er aufgrund von Artikel 1675/13bis desselben Gesetzbuches verfügt.


De verzoekende partij is van mening dat die marges, die respectievelijk zijn ingesteld bij artikel 31, § 1, eerste lid, van het Wetboek van inspectie, wat de strafrechtelijke geldboete betreft, en bij artikel 45, derde lid, van datzelfde Wetboek, wat de alternatieve administratieve geldboete betreft, te ruim zijn opdat de geldboetes als voorzienbaar kunnen worden beschouwd vanaf het ogenblik dat het strafbaar gestelde gedrag wordt aangenomen.

Die klagende Partei ist der Auffassung, dass die Spannen, die durch Artikel 31 § 1 Absatz 1 des Gesetzbuches über die Inspektion, in Bezug auf die strafrechtliche Geldbuße, und durch Artikel 45 Absatz 3 desselben Gesetzbuches, in Bezug auf die alternative administrative Geldbuße, festgelegt seien, zu groß seien, damit die Geldbußen als vorhersehbar angesehen werden könnten ab dem Zeitpunkt, an dem das strafbare Verhalten angenommen werde.


Moerman, E. Derycke en F. Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 2 maart 2015 in zake Cécile Jenart en Marouan El Arbaoui tegen de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Dour, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 maart 2015, heeft het Hof van Beroep te Bergen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals het is opgesteld in afwachting van de inwerkingtreding van de wet van 21 ...[+++]

Moerman, E. Derycke und F. Daoût, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 2. März 2015 in Sachen Cécile Jenart und Marouan El Arbaoui gegen den Standesbeamten der Gemeinde Dour, dessen Ausfertigung am 13. März 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Mons folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 1022 des Gerichtsgesetzbuches in der in Erwartung des Inkrafttretens des Gesetzes vom 21. Februar 2010 geltenden Fassung (und in der Lesart von - unter anderen - den Entscheiden des Verfassungsgerichtshofes vom 18. ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
». b. Bij drie vonnissen van 12 februari 2015 in zake de stad Charleroi tegen respectievelijk Guy Doumont, Alain Dognaux en Gérald Severy, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 30 mei 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Henegouwen, afdeling Charleroi, de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat het niet van toepassing is op de vordering tot terugbetaling van wedden die een gemeente ten onrechte heeft betaald, vordering waarvan de verjaring bijgevolg zou zijn vastgelegd bij de in artikel 2262bis van het Burgerlijk Wetboek be ...[+++]

». b. In drei Urteilen vom 12. Februar 2015 in Sachen der Stadt Charleroi gegen Guy Doumont, Alain Dognaux beziehungsweise Gérald Severy, deren Ausfertigungen am 30. Mai 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen sind, hat das Gericht erster Instanz Hennegau, Abteilung Charleroi, folgende Vorabentscheidungsfragen gestellt: 1. « Verstößt Artikel 2277 des Zivilgesetzbuches, dahin ausgelegt, dass er nicht auf die Klage auf Rückforderung der von einer Gemeinde zu Unrecht ausgezahlten Gehälter Anwendung findet, wobei die Verjährungsfrist dieser Klage somit der gemeinrechtlichen Regelung nach Artikel 2262bis des Zivilgesetzbuches unterliegen würde, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, während de ...[+++]


18. neemt kennis van de inspanningen van de nieuwe regering om werk te maken van de bezwaren die zijn geuit door het Europees Parlement met betrekking tot de roep om onmiddellijke herziening van artikel 359 van het Wetboek van Strafrecht, maar acht het zorgwekkend dat dezelfde bepalingen zijn opgenomen in artikel 234 van datzelfde wetboek; benadrukt dat de bepalingen van het nieuwe artikel 234 niet mogen worden toegepast op personen die een functie bekleden in buitenlandse bedrijven buiten Servië; roept de autoriteiten op alle strafprocedures tegen deze personen stop te zetten;

18. nimmt die Anstrengungen der neuen Regierung zur Kenntnis, auf die vom Europäischen Parlament geäußerten Besorgnis bezüglich der Forderungen nach der sofortigen Überarbeitung von Artikel 359 des Strafgesetzbuches zu reagieren, verweist jedoch mit Sorge darauf, dass dieselben Bestimmungen in Artikel 234 dieses Gesetzbuchs aufgenommen wurden; hebt hervor, dass die Bestimmungen des neuen Artikels 234 nicht für Personen in ausländischen Unternehmen außerhalb Serbiens gelten dürfen; fordert die staatlichen Stellen auf, alle Strafverfahren gegen diese Personen einzustellen;


In de eerste prejudiciële vraag wordt het Hof ondervraagd over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 1410, § 1, 4°, van het Gerechtelijk Wetboek, in samenhang gelezen met artikel 1409, § 1bis, § 2 en § 3, van datzelfde Wetboek, in zoverre de begunstigden van de in die bepaling vermelde uitkeringen geen beroep zouden vermogen te doen op de in artikel 1409bis van datzelfde Wetboek vermelde mogelijkheid om een vordering in te stellen bij de beslagrechter teneinde die te horen verklaren dat voor de schuldenaar en zijn gezin noodzakelijke inkomsten niet voor beslag vatbaar zijn.

In der ersten präjudiziellen Frage wird der Hof gefragt, ob Artikel 1410 § 1 Nr. 4 des Gerichtsgesetzbuches, in Verbindung mit Artikel 1409 § 1bis, § 2 und § 3 desselben Gesetzbuches, mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern die Empfänger der in dieser Bestimmung erwähnten Zahlungen nicht die in Artikel 1409bis desselben Gesetzbuches erwähnte Möglichkeit in Anspruch nehmen könnten, beim Pfändungsrichter eine Klage einzureichen, damit erkannt werde, dass die für den Schuldner und seine Familie benötigten Einkünfte nicht gepfändet werden könnten.


- « Schendt het artikel 1410, § 1, 4°, van het Gerechtelijk Wetboek in samenhang met artikel 1409, § 1bis, § 2 en § 3, van datzelfde wetboek, in de teksten toepasselijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wet van 27 december 2005 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre aldus een onderscheiden behandeling voorhanden is of teweeg wordt gebracht tussen de begunstigde van een uitkering in de zin van artikel 1410, § 1, 4°, van het Gerechtelijk Wetboek en de begunstigde van inkomsten in de zin van artikel 1409bis van het Gerechtelijk Wetboek die m.n. beschikt over een soepele en snelle toegang tot, en toetsingsmogelijkheid van ...[+++]

- « Verstösst Artikel 1410 § 1 Nr. 4 des Gerichtsgesetzbuches, in Verbindung mit Artikel 1409 § 1bis, § 2 und § 3 desselben Gesetzbuches, in der vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 27. Dezember 2005 geltenden Fassung, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern somit ein Behandlungsunterschied vorhanden ist oder eingeführt wird zwischen dem Empfänger einer Leistung im Sinne von Artikel 1410 § 1 Nr. 4 des Gerichtsgesetzbuches und dem Empfänger eines Einkommens im Sinne von Artikel 1409bis des Gerichtsgesetzbuches, der insbesondere über einen flexiblen und schnellen Zugang zum Pfändungsrichter sowie über die mögliche Beurteilun ...[+++]


- « Schendt het artikel 1410, § 1, 4°, van het Gerechtelijk Wetboek in samenhang met artikel 1409, § 1bis, § 2 en § 3, van datzelfde wetboek, in de teksten toepasselijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wet van 27 december 2005 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre aldus een onderscheiden behandeling voorhanden is of teweeg wordt gebracht tussen de begunstigde van een uitkering in de zin van artikel 1410, § 1, 4°, van het Gerechtelijk Wetboek en de begunstigde van inkomsten in de zin van artikel 1409bis van het Gerechtelijk Wetboek die m.n. beschikt over een soepele en snelle toegang tot, en toetsingsmogelijkheid van ...[+++]

- « Verstösst Artikel 1410 § 1 Nr. 4 des Gerichtsgesetzbuches, in Verbindung mit Artikel 1409 § 1bis, § 2 und § 3 desselben Gesetzbuches, in der vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 27. Dezember 2005 geltenden Fassung, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern somit ein Behandlungsunterschied vorhanden ist oder eingeführt wird zwischen dem Empfänger einer Leistung im Sinne von Artikel 1410 § 1 Nr. 4 des Gerichtsgesetzbuches und dem Empfänger eines Einkommens im Sinne von Artikel 1409bis des Gerichtsgesetzbuches, der insbesondere über einen flexiblen und schnellen Zugang zum Pfändungsrichter sowie über die mögliche Beurteilun ...[+++]


« Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden door artikel 1410, § 4, van het Gerechtelijk Wetboek, doordat het voor de begunstigde van bedragen uitgekeerd als bestaansminimum of als maatschappelijke dienstverlening de mogelijkheid biedt aan de teruggave van het onverschuldigde bedrag te ontsnappen door zich te beroepen op de onoverdraagbaarheid en de onvatbaarheid voor beslag voortvloeiend uit artikel 1410, § 2, 7° en 8°, van datzelfde Wetboek, terwijl datzelfde artikel, in afwijking van de paragrafen 1 en 2 ervan, met betrekking tot de prestaties die ten onrechte zijn uitgekeerd, hetzij uit de middelen van de Rijksdienst vo ...[+++]

« Werden die Artikel 10 und 11 der Verfassung durch Artikel 1410 § 4 des Gerichtsgesetzbuches dadurch verletzt, da|gb er dem Empfänger von als Existenzminimum oder als Sozialhilfe ausgezahlten Beträgen die Möglichkeit bietet, der Rückerstattung des nicht geschuldeten Betrags zu entgehen, indem er sich auf die aus Artikel 1410 § 2 7° und 8° desselben Gesetzbuches sich ergebende Nichtübertragbarkeit und Unpfändbarkeit beruft, während derselbe Artikel in Abweichung von seinen Paragraphen 1 und 2 hinsichtlich der zu Unrecht ausbezahlten Leistungen, entweder aus Mitteln des Landesamtes für Soziale Sicherheit (des Landesamtes für Soziale Siche ...[+++]




Anderen hebben gezocht naar : burgerlijk wetboek     gerechtelijk wetboek     sociaal wetboek     wetboek van strafvordering     administratief wetboek     codificatie     wetboek     datzelfde wetboek     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'datzelfde wetboek' ->

Date index: 2021-10-01
w