Bij Verordening (EG) nr. 994/98 van de Raad[1] (hierna “de machtigingsverordening” genoemd), goedgekeurd op 7 mei 1998, wordt de Commissie gemachtigd om bij verordening te verklaren dat bepaalde soorten van steunmaatregelen verenigbaar zijn met de gemeenschappelijke markt (groepsvrijstellingsverordeningen) (artikel 1 van de machtigingsverordening), en dat bepaalde steunmaatregelen niet aan alle criteria van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag voldoen (de-minimissteun, artikel 2).
Die am 7. Mai 1998 erlassene Verordnung (EG) Nr. 994/98 des Rates[1] (nachfolgend Ermächtigungsverordnung – EV) ermächtigt die Kommission, mittels Verordnungen zu erklären, dass bestimmte Gruppen von Beihilfen mit dem Gemeinsamen Markt vereinbar sind (Gruppenfreistellungsverordnungen (GFV) – Artikel 1 EV) und dass bestimmte Beihilfen nicht alle Tatbestandsmerkmale des Artikels 87 Absatz 1 EG-Vertrag erfüllen (De minimis – Artikel 2).