Zodat vanwege de miskenning van de substantiële vormvereisten opgelegd door artikel 15 van
de wet van 25 april 1963 het koninklijk besluit van 16 april 1997 door onwettigheid is aangetast, wat tot gevolg heef
t dat de wet van 12 december 1997 niet objectief kan worden beschouwd als een bekrachtigingswet bedoeld in artikel 6, § 2, van de wet van 26 juli 1996 betreffende de Europese Unie of in artikel 51, § 1, van de wet van 26 juli 1996 betreffende de modernisering van de so
...[+++]ciale zekerheid,