Traduction de «december 2002 gericht » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE

IMD-richtlijn | Richtlijn 2002/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 december 2002 betreffende verzekeringsbemiddeling | richtlijn verzekeringsbemiddeling
Richtlinie 2002/92/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 9. Dezember 2002 über Versicherungsvermittlung

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Het beroep tot vernietiging is gericht tegen artikel 50 van de wet van 19 december 2008 houdende diverse bepalingen inzake gezondheidszorg (hierna : wet van 19 december 2008), dat artikel 56ter, zoals het is ingevoegd in de wet van 14 juli 1994 bij de wet van 22 augustus 2002 en gewijzigd bij de wetten van 24 december 2002, 27 april 2005 en 27 december 2005, vervangt door hetgeen volgt :
Die Nichtigkeitsklage ist gegen Artikel 50 des Gesetzes vom 19. Dezember 2008 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen im Bereich Gesundheitspflege (nachstehend: Gesetz vom 19. Dezember 2008) gerichtet, der Artikel 56ter, in das Gesetz vom 14. Juli 1994 eingefügt durch das Gesetz vom 22. August 2002 und abgeändert durch die Gesetze vom 24. Dezember 2002, 27. April 2005 und 27. Dezember 2005, durch folgenden Wortlaut ersetzt:

In artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid is bepaald dat in het gemeenschappelijk visserijbeleid de voorzorgsaanpak moet worden toegepast bij het nemen van maatregelen die erop gericht zijn het effect van visserijactiviteiten op de mariene ecosystemen zo gering mogelijk te houden.
Gemäß Artikel 2 der Verordnung (EG) Nr. 2371/2002 des Rates vom 20. Dezember 2002 über die Erhaltung und nachhaltige Nutzung der Fischereiressourcen im Rahmen der gemeinsamen Fischereipolitik wendet die Gemeinschaft im Rahmen der gemeinsamen Fischereipolitik den Vorsorgeansatz an, indem sie Maßnahmen ergreift, die die Auswirkungen der Fischerei auf die marinen Ökosysteme auf ein Mindestmaß begrenzen sollen.

21. verwelkomt het verslag van het voorzitterschap van de Europese Raad over het externe optreden van de EU op het gebied van terrorismebestrijding, dat overeenkomstig de aanbevelingen in het verslag van 4 december 2002 gericht aan de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen, een gedetailleerd overzicht biedt van de vorderingen die zijn gemaakt;
21. begrüßt den Bericht des Vorsitzes des Europäischen Rates über das außenpolitische Handeln der EU auf dem Gebiet der Terrorismusbekämpfung, der – entsprechend den Empfehlungen in dem Bericht an den Rat „Allgemeine Angelegenheiten und Außenbeziehungen“ vom 4. Dezember 2002 – die erzielten Forschritte im Einzelnen darlegt;

Uit de procedurestukken blijkt dat het vierde middel is gericht tegen artikel 358, a), van de programmawet van 22 december 2003 - in zoverre het de bij artikel 371, § 1, van de wet van 30 december 2002 ingevoerde verpakkingsheffing handhaaft - en tegen artikel 358, b), van dezelfde wet, in zoverre het het voordeel van de vrijstelling van die heffing uitsluitend tot de herbruikbare verpakkingen zou beperken.
Aus den Verfahrensunterlagen geht hervor, dass dieser Klagegrund gegen Artikel 358 Buchstabe a) des Programmgesetzes vom 22. Dezember 2003 - insofern er die durch Artikel 371 § 1 des Gesetzes vom 30. Dezember 2002 eingeführte Verpackungsabgabe aufrechterhalte - sowie gegen Artikel 358 Buchstabe b) desselben Gesetzes gerichtet ist, insofern er den Vorteil der Befreiung von der Abgabe ausschliesslich auf die wiederverwendbaren Verpackungen beschränke.

Het huidige beroep in de zaak nr. 2746, in zoverre het is gericht tegen artikel 371, § 3, 3°, van de gewone wet van 16 juli 1993, ingevoegd bij artikel 11 van de bestreden wet van 30 december 2002 en opgeheven bij artikel 358 van de programmawet van 22 december 2003, zal bijgevolg pas definitief zonder voorwerp worden indien het beroep in de zaak nr. 3042 tegen artikel 358 van de programmawet van 22 december 2003 wordt verworpen.
Insofern die jetzige Klage in der Rechtssache Nr. 2746 gegen Artikel 371 § 3 Nr. 3 des ordentlichen Gesetzes vom 16. Juli 1993, der durch Artikel 11 des angefochtenen Gesetzes vom 30. Dezember 2002 eingefügt und durch Artikel 358 des Programmgesetzes vom 22. Dezember 2003 aufgehoben wurde, gerichtet ist, wird sie folglich erst endgültig gegenstandslos, wenn die Klage in der Rechtssache Nr. 3042 gegen Artikel 358 des Programmgesetzes vom 22. Dezember 2003 abgewiesen wird.

- zegt dat het beroep tot vernietiging in de zaak nr. 2746 gericht tegen artikel 11 van de wet van 30 december 2002 houdende diverse fiscale bepalingen op het stuk van milieutaksen en ecobonussen, in zoverre het betrekking heeft op artikel 371, § 3, 3°, van de gewone wet van 16 juli 1993 ter vervollediging van de federale staatsstructuur, verder zal worden onderzocht, of dat de zaak van de rol van het Hof zal worden geschrapt naargelang het beroep in de zaak nr. 3042 tegen artikel 358 van de programmawet van 22 december 2003 al dan niet zal worden ingewilligd;
- erklärt, dass die Nichtigkeitsklage in der Rechtssache Nr. 2746 gegen Artikel 11 des Gesetzes vom 30. Dezember 2002 zur Festlegung verschiedener steuerrechtlicher Bestimmungen im Bereich der Umweltsteuern und Umweltbonusse insofern, als er sich auf Artikel 371 § 3 Nr. 3 des ordentlichen Gesetzes vom 16. Juli 1993 zur Vollendung der föderalen Staatsstruktur bezieht, weiter untersucht werden wird, beziehungsweise dass die Rechtssache aus dem Geschäftsverzeichnis des Hofes gestrichen werden wird, je nachdem, ob der Klage in der Rechtssache Nr. 3042 gegen Artikel 358 des Programmgesetzes vom 22. Dezember 2003 stattgegeben wird oder nicht;

Hieruit vloeit voort dat de beroepen in de zaken nrs. 2766, 2794 en 2799, in zoverre zij zijn gericht tegen artikel 371, § 3, 3°, van de gewone wet van 16 juli 1993, ingevoegd bij artikel 11 van de bestreden wet van 30 december 2002 en opgeheven bij artikel 358 van de programmawet van 22 december 2003, sinds 1 april 2004 definitief zonder voorwerp zijn geworden.
Folglich sind die Klagen in den Rechtssachen Nrn. 2766, 2794 und 2799, insofern sie gegen Artikel 371 § 3 Nr. 3 des ordentlichen Gesetzes vom 16. Juli 1993, der durch Artikel 11 des angefochtenen Gesetzes vom 30. Dezember 2002 eingefügt und durch Artikel 358 des Programmgesetzes vom 22. Dezember 2003 aufgehoben wurde, ab dem 1. April 2004 endgültig gegenstandslos geworden.

L. gezien de conclusies van de Raad inzake de voorlichtings- en communicatiestrategie voor de Europese Unie van 12 december 2002 en gezien het Grieks-Italiaanse operationeel programma voor 2003 waarin voorzien wordt in een specifiek op de uitbreiding gerichte voorlichtingscampagne,
L. in Kenntnis der Schlussfolgerungen des Rates zur Informations- und Kommunikationsstrategie der Europäischen Union vom 12. Dezember 2002 und in Kenntnis des operationellen griechisch-italienischen Programms für das Jahr 2003, in dessen Rahmen eine eigens auf die Erweiterung abgestellte Informationskampagne vorgesehen ist,

5. is ingenomen met de Top van de sociale partners die in het kader van de Top van Barcelona heeft plaatsgevonden en met het voornemen om ieder jaar vóór de Europese Raad van het voorjaar een Sociale Top te houden; neemt kennis van de uitnodiging aan de sociale partners om een op deze top te presenteren jaarverslag uit te brengen over hun inspanningen op nationaal en Europees niveau in het kader van de werkgelegenheidsstrategie, maar onderstreept de autonomie van de Europese sociale partners wat betreft de inhoud van het in december 2002 te presenteren meerjarenprogramma; dringt er bij de Commissie, de Raad, de ECB en de sociale partners op aan de macro-economische dialoog te verbeteren door middel van een combinatie van een op productiviteit gericht loonbeleid en een monetair beleid dat bestemd is om het economisch herstel te stimuleren, zodat deze twee elementen tezamen het streven naar volledige werkgelegenheid ondersteunen; vraagt dat de macro-economische dialoog verder zou worden uitgebouwd en zijn bijdrage zou kunnen leveren bij de opstelling van de GREB;
5. begrüßt den Gipfel der Sozialpartner, der im Rahmen des Gipfeltreffens von Barcelona einberufen wurde, und die Absicht, jedes Jahr vor der Frühjahrstagung des Europäischen Rates einen Sozialgipfel zu veranstalten; nimmt die Einladung an die Sozialpartner zur Kenntnis, einen Jahresbericht über ihre Bemühungen auf nationaler und europäischer Ebene in der Beschäftigungsstrategie auszuarbeiten, der diesem Gipfel vorgelegt werden soll; betont jedoch die Autonomie der europäischen Sozialpartner in Bezug auf den Inhalt des im Dezember 2002 vorzulegenden mehrjährigen Programms; fordert die Kommission, den Rat, die EZB und die Sozialpartner auf, den makroökonomischen Dialog durch die Kombination einer produktivitätsorientierten Lohnpolitik und einer auf eine Stärkung des wirtschaftlichen Aufschwungs ausgerichteten Geld- und Finanzpolitik zu verbessern, so dass beide Elemente das Ziel der Vollbeschäftigung unterstützen; verlangt, dass der makroökonomische Dialog verstärkt wird, so dass dadurch ein Beitrag zur Abfassung der Grundzüge der Wirtschaftspolitik geleistet werden kann;

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 december 2002, behoudens de artikelen 2 en 20, die van toepassing zijn vanaf de datum van kennisgeving van de beschikking aan de lidstaten tot welke zij is gericht.
Diese Entscheidung gilt ab dem 1. Dezember 2002, mit Ausnahme der Artikel 2 und 20, die ab dem Zeitpunkt der Mitteilung an die Mitgliedstaaten gilt, an die sie gerichtet ist.