Weliswaar is in B.11.1 van het voormelde arrest nr. 59/2010, wat betreft de draagwijdte van de
vernietiging van de toen bestreden bepalingen en meer bepaald wat betreft de vraag naar de eventuele nood aan handhaving van de gevolgen van de vernietigde bepalingen, gesteld « dat de wet van 22 februari 1965 onverkort van toepassing blijft in de redactie die aan de wijzigin
g bij de wet van 22 december 2008 voorafgaat », maar aan die overweging dient geen ruimere draagwijdte te worden gegeven dan wat het Hof in het kade
...[+++]r van het beroep tot vernietiging van de artikelen 14 tot 16 van de wet van 22 december 2008 heeft kunnen beslissen, zonder dat de wijzigingen van de wet van 22 februari 1965 bij de wetten van 7 februari 2003, 20 juli 2005 en 20 maart 2007 in dat arrest ter beoordeling stonden.Zwar heisst es in B.11.1 des vorerwähnten Entscheids Nr. 59/2010, was die Tragweite der Nichtigerklärung der damals angefochtenen Bestimmungen und insbesondere die Frage nach der eventuellen Notwendigkeit der Au
frechterhaltung der Folgen der für nichtig erklärten Bestimmungen betrifft, « dass das Gesetz vom 22. Februar 1965 ungekürzt anwendbar bleibt in der Fassung vor der Abänderung durch
das Gesetz vom 22. Dezember 2008 », doch dieser Erwägung ist keine weitere Tragweite zu verleihen als dasjenige, was der Geric
...[+++]htshof im Rahmen der Klage auf Nichtigerklärung der Artikel 14 bis 16 des Gesetzes vom 22. Dezember 2008 hat entscheiden können, ohne dass die Abänderungen des Gesetzes vom 22. Dezember 1965 durch die Gesetze vom 7. Februar 2003, 20. Juli 2005 und 20. März 2007 im besagten Entscheid beurteilt werden mussten.