De verzoekende partijen wijzen erop dat zowel het decreet van 23 januari 1991 als het ontwerp van het decreet van 11 mei 1999 voorzagen in een mogelijkheid tot ontheffing voor die bedrijven die louter en alleen vanwege het feit dat ze minder dan 300 kg difosforpentoxyde per jaar produceerden niet de status hadden van « gezinsveeteelt ».
Die klagenden Parteien verweisen darauf, dass sowohl im Dekret vom 23. Januar 1991 als auch im Entwurf des Dekrets vom 11. Mai 1999 eine Möglichkeit zur Befreiung für die Betriebe vorgesehen gewesen sei, die lediglich aufgrund der Tatsache, dass sie weniger als 300 kg Diphosphorpentoxyd pro Jahr produzierten, nicht den Status als « Familienviehzüchterei » erhielten.