Er dient te worden nagegaan of, door die vrijwillige tussenkomst voor de strafrechter toe te staan, artik
el 58, § 3, van het decreet van 27 juni 1996 - alsmede artikel 58, § 2, van het decreet van 5 juli 1985 indien het, ondanks zijn stilzwijgen, in die zin zou worden geïnterpreteerd - binnen de grenzen van de gewestelijke bevoegdheid is gebleven om, in een van zijn bevoegdheidsdomeinen, regels inzake de teruggave uit te vaardigen dan wel of
de gewestwetgever, integendeel, aldus een aspect heeft geregeld van de vorm van de vervolging,
...[+++] zijnde een aangelegenheid die, bij artikel 12 van de Grondwet, in beginsel aan de bevoegdheid van de federale wetgever is voorbehouden.Es muss untersucht werden, ob Artikel 58 § 3 des Dekrets vom 27. Juni 1996 - sowie Artikel 58 § 2 des Dekrets vom 5. Juli 1985, wenn er trotz seines Schweigens dahingehend interpretiert werden sollte -, indem er die freiwillige Intervention vor dem Strafrichter erlaubt, innerhalb der Grenzen der regionalen Zuständigkeit geblieben ist, in einem seiner Zuständigkeitsgebiete Regeln für die Wiederherstellung aufzu
stellen, oder ob im Gegenteil der Regionalgesetzgeber somit einen Aspekt der
Form der Verfolgung geregelt hat, die aufgrund von
...[+++] Artikel 12 der Verfassung grundsätzlich eine dem föderalen Gesetzgeber vorbehaltene Angelegenheit ist.