Artikel 21, § 5, tweede lid, van het bestreden decreet voorziet immers slechts in een sanctie voor de laattijdige betaling van het rolrecht, maar niet in een sanctie bij een tijdige betaling door middel van valuta of een griffiebon.
In Artikel 21 § 5 Absatz 2 des angefochtenen Dekrets ist nämlich nur eine Sanktion für die verspätete Zahlung der Gebühr für die Eintragung in die Liste vorgesehen, jedoch keine Sanktion bei fristgerechter Zahlung in bar oder mit einem Kanzleischein.