De bestreden bepaling komt tegemoet aan het streven van de decreetgever, reeds geuit bij de parlementaire voorbereiding van het decreet van 14 mei 1996 (Gedr. St., Vlaams Parlement, 1995-1996, nr. 251/4, p. 3), om niet alleen met de lage aanslagvoeten voor de aanvullende personenbelasting of opcentiemen op de onroerende voorheffing rekening te houden, maar ook met de fiscale draagkracht van de gemeenten.
Die angefochtene Bestimmung entspricht dem bereits bei den Vorarbeiten zum Dekret vom 14. Mai 1996 geäusserten Bestreben des Dekretgebers (Dok., Flämisches Parlament, 1995-1996, Nr. 251/4, S. 3), nicht nur den niedrigen Veranlagungssätzen für die zusätzliche Personensteuer oder die Zuschlagshundertstel auf den Immobilienvorabzug Rechnung zu tragen, sondern auch der steuerlichen Tragkraft der Gemeinden.