Door aan de voor de bij de artikelen 22 en 27 bedoelde proeven vóór de inwerkingtreding van de bestreden decreetsbepaling geslaagde personeelsleden niet dezelfde rechten te verlenen als die waarover de sedert de inwerkingtreding van artikel 21, § 2, van het decreet van 8 juli 1996 geslaagde personeelsleden beschikken, heeft de decreetgever een maatregel genomen die niet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
Indem der Dekretgeber den Personalmitgliedern, die vor dem Inkrafttreten der angefochtenen Dekretsbestimmung die in den Artikeln 22 und 27 vorgesehenen Prüfungen bestanden haben, nicht die gleichen Rechte gewährt wie diejenigen, über die die Personalmitglieder verfügen, die seit dem Inkrafttreten von Artikel 21 § 2 des Dekrets vom 8. Juli 1996 Prüfungen bestanden haben, hat der Dekretgeber eine Massnahme ergriffen, die nicht mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar ist.